N.E.P.A.L (Never Ending Peace and Love)
Nu ik een tijdje in Nepal ben, realiseer ik me dat iedereen (en dan heb ik het over andere reizigers) die ik op mijn weg tegenkom een zelfde soort mindset. Ik refereer nu niet per sé aan de mensen die naar Nepal gaan om de bergen te beklimmen, maar juist de mensen die hier komen om te reizen, de cultuur te leren kennen, vrijwilligerswerk de doen, meditatie of yoga cursus te volgen, etc.
Iedereen die ik hier tegenkom staat op een kruispunt in zijn leven. Ik heb hier een 22 jarige uit Israel ontmoet die net klaar was met haar militaire dienst en wilde uitvinden wat ze nu met haar leven wilde doen. Of de 26 jarige Tsjechische Lucie die net haar baan als software consultant had opgezegd, omdat het haar niet genoeg voldoening gaf. Een ander voorbeeld is Connor, de 25 jarige Engelsman die merkte dat hij tegen een burn-out aanzat in zijn baan als recruitment consultant. Of Spaanse 28 jarige Marta, die het gevoel had alles al uit haar baan te hebben gehaald en zich behoorlijk verloren voelde.
De 19 jarige italiaanse Selene, die in steptember aan de Universiteit van Milaan begint en daar vrij bang voor was, omdat ze alleen maar beschermd bij haar ouders had gewoond, kwam naar Nepal met het idee van: Als ik hier alleen kan reizen, dan kan ik alles!
En zo stapelen de voorbeelden zich op.
Ikzelf ben ook een voorbeeld. Hoewel ik blij ben met mijn leven vraag ik me af of ik het op deze manier wel vol houd tot aan mijn pensioen. En of er niet meer is? Nepal te functioneren als een soort van Camino de Santiago. Je gaat niet naar Nepal als je geen vragen hebt, als je niet op een kruispunt staat. Waarom zou je nu uitgerekend naar dit arme land, vastgeklemd tussen China en India gaan als je niet voor de bergen komt? Voor de strand en beach culture moet je hier echt niet zijn.
Meditatie met je ogen open
Ik heb veel alleen gereisd, maar hier lijkt alles wel intenser. En dat doet Nepal met je. De vriendin die mij Nepal aanraadde een jaar geleden zei dat al. Meditatie met je ogen open. Zo noemde ze het. En dit gevoel heb ik ook, terwijl ik niet in de bergen ben geweest. Dat hoeft dus kennelijk niet. Het land, de mensen, de cultuur en de andere reizigers die je op je pad tegenkomt zorgen wel voor dat gevoel en nemen je mee naar een andere wereld. Niet van de buitenkant maar juist van de binnenkant van jezelf. Daar worden transformaties gemaakt.
Ik heb 2 nachten in het stadje Bandipur geboekt om even tot mijzelf te komen. De ervaring met de kinderen zowel aan de voet van de Himalaya als ook in het weeshuis waren super positief en ik heb zoveel geleerd dat ik even een plekje wilde hebben waar ik dit alles tot me kon nemen. Bandipur ligt iets buiten de gebaande paden, maar wordt wel genoemd in de Lonely Planet. Het is een prachtig stadje, goed onderhouden en gerenoveerd. Het is vol van traditionele Newari architectuur en zelf vind ik dat het wel wat weg heeft van de Sri-Lankaanse kuststad Galle. Dat is op zich best grappig, want Galle is zeer beïnvloed door de koloniale overheersing door Portugal, Nederland en Engeland. Nepal heeft niet zo’n tijd gehad.
Van Pokhara, waar ik een tijdje heb meegedraaid in een weeshuis, reis ik naar Dumre. Nadat ik in Durme uitstap en een paar taxichaufeurs verzeker dat ik gewoon op de lokale bus naar Bandipur wacht, ook al duurt dit een uur, komt er een ouder vrouw naast me op het kleine houten bankje zitten. “Bandipur?” vraagt ze. “Yes, with the bus,” zeg ik. Ze knikt, glimlacht en zet voorzichtig 6 tassen vol met groente op de grond. Niet alleen groente trouwens, ook rijst en iets wat op doperwten lijkt. Het is behoorlijk warm, maar verder rustig bij de bus halte.
Één van de taxichauffeurs die bij de bushalte aan het wachten was toen ik aankwam, had me gezegd dat het wel een uur zou duren voordat de bus zou komen en of ik niet gewoon hem wilde boeken mij naar Bandipur te brengen. Hoewel het heel erg aanlokkelijk leek, reis ik erg graag met het lokale transport in dit soort langen. Het geeft je een extra gevoel van de lokale cultuur. Ja, de mensen kijken naar je en de Bollywood muziek is vaak erg hard, maar het stoort mij eigenlijk nooit. Het is een apart avontuur.
Een paar minuten later springt de oude vrouw van het bankje en rent naar de weg. Ze had de bus al aan horen komen. Ik pak snel mijn backpack op, val bijna door deze handeling, en snel ook naar de bus. Mijn backback word zonder pardon op het dak van de bus geladen. De rit van 30 minuten kost mij Rs 50. Dat is zoiets als 40 cent. De jongen is alleen niet erg geamuseerd als ik een bankbiljet van Rs 1000,- uit mijn portemonnee trek. (8 euro), maar na wat heen en weer gewissel met andere mensen kan hij me toch het wisselgeld terug geven.
Bandipur
In Bandipur word ik verwelkomt door de gastvrouw van mijn Homestay. Mijn kamer is vooral erg vochtig, maar het bed is zacht en ik kan meteen een dutje doen. Later drink ik wat thee op het balkon op de eerste verdieping. Het uitzicht is magnifiek. Ik kijk uit over de vallei en aan de horizon komen de besneeuwde bergtoppen tevoorschijn.
Bij het ontbijt de volgende ochtend heb ik een grappige conversatie. “What you like for breakfast?” vraagt de dochter van de gastvrouw. Ze overhandigt mij een menukaart met een ruime keus, maar wel voor alles eters. Tot nu toe heb ik geen problemen gehad in Nepal met mijn veganistische dieet, maar hier moet ik even het één en ander bespreken. Ik zeg haar dat ik geen melk of ei eet.
“No egg? No milk? vraagt ze verbaasd. “Curd?”
Nee ook geen curd (yogurt gemaakt van buffelmelk).
Niets wat van een dier komt, zeg ik haar.
Ze moet even nadenken.
“Pancakes with water?”
Alhoewel het niet heel erg aanlokkelijk klinkt, knik ik maar.
“Oh but no honey!” zeg ik.
Ze is in de war.
“What about Nepali breakfast? Or Nepali lunch?” vraag ik.
“Dal Baht?” zegt ze met grote ogen. “You eat Nepali food?”
Ja joh! Gewoon rijst met linzen. Daar doe ik het al weken op. Bevalt me prima. Ze is blij en snelt naar de keuken.
Hier in Bandipur geniet ik met volle tuigen van de vrijheid. Van de natuur en van de aardige mensen. Ik maak een paar wandelingen in de omgeving. In mijn eentje. “Vind je dat niet eng?” krijg ik vaak te horen. Maar nee ik vind dat hier zeker niet eng. Het is net alsof het gehele landschap, de gehele ervaring mij opneemt in het hier en nu. Dat alles wat ik ben, waar ik voor sta en waar ik naartoe ga wordt geaccepteerd. Het is een echt vrij gevoel.
Ik weet dat ik dit gevoel 10 jaar geleden ook had toen ik midden in de steppe stond van het verlaten Mongoolse landschap, maar ik denk dat ik het toen nog niet zo op waarde kon schatten zoals ik dat nu wel kan en dat op zichzelf is een hele transformatie. De reis naar Nepal komt precies op het juiste moment. Ik sta ook op een kruispunt. Maar hoe fijn is het als je door de omgeving en de ervaring iemand hoort fluisteren: “Het komt goed.”
Bandipur, sept 1 2018