Een tijdje geleden zat ik bij een vriendin te praten over vegetarisch vlees – tja, de dingen waarover vrouwen nu eenmaal praten onder elkaar. Ik vond het eigenlijk een saai gebeuren. Ik ben nu eenmaal een vleeseter. Vleesvervangers vond ik jarenlang rubberige stukken tofoe, of vage sojaschepsels. Tegenwoordig schijnen ze heerlijk te zijn. Of in elk geval; lekker. Dus stelde ik mezelf eens de vraag: “Wat eten we vandaag? Vegetarisch of niet?
Nepvlees
Mijn vriendin ging toch echt voor heerlijk in plaats van lekker. Ze probeerde alle soorten nepvlees en ze was tot de conclusie gekomen dat er nu toch een lekker nepbiefstuk was; niet van echt te onderscheiden. Er was zelfs bietensap in gedaan, zodat het lijkt alsof er bloed uit loopt. Ik trok een vies gezicht. Ik hou nu eenmaal van bruingeroosterd vlees zonder enige smug en de gedachte aan het stukje nepvlees inclusief de bietensap gaf mij geen water in de mond.
Duurzaamheid
Als de mens duurzaam gaat leven als hij of zij het gevoel heeft dat dat juist een grote luxe is. Dus met lekker nepvlees. Met heerlijke ruikende biologische shampoo. Met een fijne elektrische auto. Met biologische groente die veel lekkerder smaken. Ja, allicht, zou je zeggen; de mens wil altijd liever de luxe versie van de zaken. Maar jarenlang waren deze duurzame producten verpakt in jutten zakken en alleen verkrijgbaar in biologische winkels inclusief een boze verkoopster als je om een plastic tasje vroeg voor je boodschappen. Nu is dat wel iets anders geworden. Biologische winkels zijn hip, mensen zetten zonnecellen op hun dak en elektrisch rijden is cool.
Vegetarisch, toch maar niet?
Na mijn vegabiefstuk, waar ik het idee had dat ik toch echt op een stuk rubberen zool zat te kauwen en mijn 6 cilinder auto liet brommen, besefte ik dat ik nog niet toe ben om het gehele roer om te gooien. Zou het aan mijn bourgondische Brabantse roots liggen? Of zit ik vastgeroest in mijn gewoontes? Of heb ik echt een speciale vorm van autisme? Verandering is weerstand, ik weet het. Dus om met een kleine verandering te beginnen kocht ik vandaag lekkere biologische kippenpootjes. Want kippen eten alleen granen dus zijn vegetariërs dus waande ik mezelf als een indirecte vegetariër. (Deze uitspraak is voor de schakers onder ons ;)) Braadde deze in biologische boter en heb ik nadien mijn vingers erbij af gelikt. Ik had het gevoel dat ik het ondertussen goed zat te doen, voor de wereld. Als dat niet lekker is….
Vegetarische producten zijn lekker als het gewoon eten is dat geen vlees bevat. Nepvlees vind ik ook maar niets.