Ik woon in een straat waar twee middelgrote appartementsgebouwen tegenover elkaar staan. Daar wonen dus best veel mensen letterlijk op elkaar. Die lekker kunnen binnenkijken, soms gezellig terugzwaaien of snel wegduiken omdat ze niet willen dat je ziet dat zij je zien! Maar soms … Soms is het helemaal feest voor de geoefende gluurder die zich dan echt eens onbeschaamd kan laten gaan. Dat feest begint dus als de brandweer sirene-loeiend de straat in stuift. Nadat dat MUG en ziekenwagen al ter plaatse zijn. Dan weet je dat het goed gaat zijn.
Sirenes
Stel je het volgende voor: Je woont in een van de dozen van het appartementsgebouw. De televisie staat aan: tijd voor het journaal. Je hoort de brandweer (een hoop knappe stoere veelal mannen die knappe stoere dingen doen) al van ver aankomen dus je schiet plots recht uit de zetel. Tijd genoeg om een goed plekje aan het raam in te nemen. Alle schaamte overboord want je buren doen net hetzelfde. En dan lekker kijken. Beter dan Netflix, dit! Want je weet al wat komen gaat. Maar ook al weet je het, je wil het voor geen goud missen.
Actie!
Luid getoeter want de brandweer kan niet door de smalle straat rijden met slecht geparkeerde auto’s. Daar komt de ladderlift. Alles is beter met een ladderlift. Je weet immers: het komt van boven. Waar zou het zijn? Wie zou het zijn?
Luid gepiep en geblieb als de ladder zijn werk doet. De brandweer roept naar omhoog, de ambulanciers antwoorden naar omlaag. Ambiance, suspence. Waar is de popcorn?
En dan wordt er een wankele brancard over de ballustrade van een balkon geschoven: daar, zie je het? Alle buren kijken omhoog alsof God Zijn Trap aan het afdalen is. Aanbidding?
Kwetsbaar
Daar zwaai je dan in de lucht, broos en kwetsbaar. geschrokken en koud met je bovenlijf bloot vol plakkers en draadjes en kastjes en zakjes. Met het weinige bewustzijn dat je nog hebt besef je dat de hele buurt naar je staat te gapen, want je stond al zo vaak aan de andere kant van dit tafereel. En je voelt je zo onbetekenend en kwetsbaar, want er is niks wat je ertegen kan doen. Privacy is allang overboord gegaan, met de ladderlift mee.
Daar is de brandweer!
Gisteren was het weer eens zover. Ik hoorde de sirenes van de brandweer, het geroep en gebliep. Ik stelde me de buren voor die zich eens lekker lieten gaan. Een hele tijd later sta ik op en loop ik naar het raam om de schuifdeur dicht te doen. De avond is gevallen: het wordt koud. Ik wil het niet maar mijn blik blijft toch een seconde kleven aan het tafereel. Wij mensen zijn blijkbaar geboren gluurders.
Gezellig, dit!
Ik zie een man liggen, vastgegespt en wel. Ik kan niet zien wie het is van de buren maar ik hoop dat het hem goed gaat. Mijn hart gaat uit naar hem en zijn familie. Dit duurt nog geen tel voor ik de deur dicht heb. In een flits zie ik de overbuurman even naar me zwaaien. Ik zwaai terug, maar denk : “Dit is echt raar.” Gezellig naar elkaar zwaaien terwijl een buurman amper aan de dood ontsnapte. Wij mensen zijn straffe wezens.
Zondagavond
Mijn hart voelt veel. Ik denk aan die broze man op weg naar het ziekenhuis. Aan zijn vrouw die misschien in shock is. En plots is het stil. Voor je het weet zijn de knappe helden van de brandweer weg. De rust is weergekeerd. Een zondagavond als altijd. Een auto komt de straat ingereden.