Afgelopen week was het weer tijd voor IKVW. Het was een bijzondere week wat ieder jaar opnieuw zorgt voor nieuwe indrukken en een reality check. Waar wij ons soms zorgen over maken valt dan in het niet naast de kinderen. Ieder jaar gaan er weer een aantal nieuwe vrijwilligers mee en in dit blog neem ik je mee naar hun indrukken van de week.
Waar we begonnen
Er wordt altijd gedacht dat IKVW te vergelijken is met een scouting kamp en werkweek. In zeker zin is dat waar, want we zitten in een Kamphuis in het bos en doen vergelijkbare spelletjes. De emotionele ladingen gedurende de week zijn echter compleet anders. Eén van de nieuwe mensen is een leerkracht op een kansarme school in Rotterdam zuid, zij is dus al een hoop gewend. Een ander, een jongen die net zijn middelbare school diploma had ging ook mee. Een leuke ervaring die mooi op je CV past, werd er gedacht.
De shift
Dit jaar hadden we best wel wat bijzondere kinderen mee. Natuurlijk is ieder kind bijzonder, maar er staken er een paar boven de groep uit. Nu kan ik gaan vertellen over de kinderen met gedragsproblemen of een kind met een te laag IQ wat tussendoor was gegelipt tijdens de inschrijvingen, maar nee waar ik over wil vertellen zijn de kinderen die je hart zichtbaar breken.
Kansarme kinderen
Een van de kinderen werd niet opgehaald bij de bus en na een flinke tijd bellen kregen we haar moeder te pakken, ze was nog aan het werk en of we haar kind niet even thuis konden brengen. Natuurlijk met alle liefde, maar dat is niet de afspraak. Eenmaal bij het huis aangekomen blijkt dat meisje niks te hebben. Ze slaapt in een kamer van 2m bij 2m die ze moet delen met haar zus en waar nog een gammele kast staat. Geen speelgoed, niet veel kleding en een ouder die zich amper interesseert voor het kind. De leiding die haar thuisbracht klapte dicht, zij woont nog thuis bij haar ouders, komt thuis in een opgeruimd huis, haar bed is voor haar opgemaakt en er ligt eten in de koelkast. Waarom kon dat kind dat ook niet hebben, want dat verdient ze.
Een jongen met gedragsproblemen werd opgehaald en zodra we die ouders zagen was het voor ons meteen duidelijk waarom die jongen reageert zoals hij doet. Opvoeding heeft veel invloed op een kind en de leiding vond het zo moeilijk om hem met zijn ouders mee te geven. Hij kreeg geen knuffel, zijn ouders vroegen hem niet hoe kamp was en zij stonden in stilte met z’n drieën naast elkaar tot hij zijn tas had en ze stilzwijgend konden vertrekken.
Vluchtelingenwerk
Dit jaar hebben we weer contact met Vluchtelingenwerk. Dus ook hier hadden we kinderen van mee. Na een gesprek met die kinderen wordt je eigen leven weer in perspectief geplaatst. Als de kinderen naar bed zijn, barsten er regelmatig leiding in huilen uit. Het leven is oneerlijk, maar je krijgt niets wat je niet aankunt.
De verhalen over het vluchten zelf breekt je hart iedere keer dat je daaraan denkt. De angst voor harde geluiden omdat het hen doet denken aan de bomaanslagen waarbij ze halsoverkop hun huis uit moesten rennen, de boottocht die niet zonder gevaar was, de angst voor autoriteiten, want straks beland je als kind in de cel, puur en alleen omdat je wegvlucht uit een situatie die uitzichtloos is. Je familie achterlaten, niet wetende of je hen ooit weer in je armen kan sluiten en het gevoel als je dat na twee jaar eindelijk weer kan.
Dit is waarom we het doen
Deze kinderen verdienen het. Een vakantie zonder zorgen. Even er helemaal uit, alle aandacht die ze maar kunnen krijgen. We weten weer waarvoor we het doen, waarom we ons vrijwillig laten afmatten.
We doen het voor de kinderen.