Er komt altijd een punt in ons leven dat we afscheid moeten nemen. Afscheid van een leuke baan, het leven voordat je ziek werd of van een geliefde. Voor mij is afscheid nemen iets definitiefs. Iets wat niet teruggedraaid kan worden. Ik heb afscheid genomen van mijn ‘gezonde lichaam’ en van mensen die mij heel dierbaar waren (en nog steeds zijn). En als ik een ding geleerd heb, is dat je je er nooit volledig op voor kunt bereiden. Hoe duidelijk de signalen ook zijn.
Afscheid nemen bestaat niet (of wel?)
De titel van deze blog is misschien wat drastisch. Marco Borsato zong immers dat afscheid nemen niet bestaat. Vooral de zin: ‘Afscheid nemen bestaat niet, Ik ga wel weg maar verlaat je niet’ heeft voor mij veel betekenis. Ik ben de laatste jaren steeds spiritueler geworden, waardoor ik er heilig in geloof dat mensen niet echt weg gaan. Dit heeft mij geholpen om o.a. de dood van mijn granddad, mijn schoonmoeder en mijn collega een plekje te geven.
Toch blijft afscheid nemen iets definitiefs hebben. Je neemt afscheid van iets wat geweest is en hoe je het ook went of keert, dat komt niet meer terug. Waar ik met deze ietwat lange introductie heen wil, is dat de kans groot is dat ik binnenkort afscheid moet nemen. En hoe spiritueel ik inmiddels ook ben geworden, fysiek afscheid nemen doet me pijn. Heel veel pijn.
Slecht nieuws
Een aantal dagen geleden kreeg ik van mijn moeder het nieuws dat het heel slecht gaat met mijn oma in Engeland. De moeder van mijn vader. Haar waardes zijn heel slecht en haar organen houden er langzaam mee op. En nu heb ik spijt, heel veel spijt. Ik heb mijn oma namelijk al jaren niet gezien. Ik was of druk met mijn studie en mijn werk of ik had gewoonweg geen geld om vrij te kunnen nemen, waardoor ik niet mee kon als mijn ouders en broertje naar Engeland gingen. Bezoekjes werden vooruitgeschoven, want ik kon altijd nog gaan. Hoewel haar gezondheid niet optimaal is, heb ik er nooit aan gedacht dat ook zij steeds ouder wordt en elk bezoekje de laatste keer kan zijn.
En dan ineens staat de wereld even stil en flitsen herinneringen van de afgelopen 25 jaar door je hoofd. Warme melk met velletjes en oude koekjes, waar we zo van gruwelden. Maar wat we toch braaf op aten omdat Nanny het ons gaf. De overtochten met de Ferry. Maltesers. Het heerlijke eten wat ze altijd maakt als wij er zijn. De verjaardagskaarten die steevast te vroeg of te laat kwamen, maar die ze nooit vergeet. Ik ben bijna jarig en mijn hart breekt als ik me bedenk dat vorig jaar misschien wel mijn laatste kaart was. De lift waar je een echo hoort als je wat zei of ‘Coronation Street’ waar geen eind aan lijkt te komen. Het uitzwaaien vanaf het balkon als weer terug naar Nederland gingen. Ik wil niet dat het afgelopen is.
Ik weet niet of ik het nog ga zien en dat doet pijn. Ineens verlang ik naar rokerige ruimtes, Football op de tv en Sunday roast. En tegelijk walg ik van mezelf. Ik walg dat er slecht nieuws nodig is om me te doen beseffen wat belangrijk is in het leven en dat ik nooit de moeite deed om met mijn ouders mee te gaan. Vanaf vandaag bestaat afscheid voor mij wel en geloof ik niet dat diegene ooit nog terug komt. Sorry Marco. Ik neem afscheid van de Kelly die dingen uitstelt en er vanuit gaat dat er altijd een morgen komt.
Note to self: “Ik wil dat je me los laat en dat je morgen weer verder gaat”