“Hallo! Amaaaaaai zo magerkes!” Word ik vlotjes begroet door de buurvrouw. Du-uh! Ik kan me nog net inhouden om niet met mijn ogen te rollen.
Kabouter KluNs
Mensen he. Mensen zijn goedbedoelende onhandige wezens. Die je breaking news brengen dat je blijkbaar heel magerkes bent. Eerlijk, het was het eerste wat ik ervan hoorde! (Ik voel die oogrol weer opkomen)
Wat wil je nu dat ik met die opmerking doe? Inderdaad ik slaagde erin beleefd te antwoorden en niet te zeggen dat je dat nu intussen toch echt wel al zou moeten weten. Tja, het is warm en ik heb nu eenmaal geen winterjas aan om jouw gevoelige ogen te beschermen.
En wat wil je nu precies zeggen?
Excuseer, maar dacht je dat je me daarmee hielp, met die meededeling? Ik begrijp dat het een knullige bezorgdheid is die je dat er laat uitflappen. Of gewoon een zinnetje om iets te zeggen. Social Talk. Natuurlijk ben je geen slecht mens, maar een vlotte flapuit. Maar vergeef mij: ik ben niet altijd in de stemming om het zomaar van me af te laten glijden of ermee te lachen. Soms komt het namelijk keihard binnen. Of jij het nu lief bedoelde of niet. Ik vergeef het jou, begrijp vanwaar het komt, maar moet bekennen dat ik er intussen soms echt wel last van heb. Terwijl jij nadien je deurtje dichttrekt en verder gaat met je eigen dingen, moet ik toch weer even slikken omdat de opmerking nog ergens in de lucht hangt en mezelf weer gaan opladen. Vind je me overgevoelig en overdrijverig? Dat mag. Moet je vanaf nu op eieren gaan lopen als je in mijn buurt bent? Nee.
Zielig ding
Zulke onschuldige zinnetjes komen nu eenmaal harder bij me binnen als ik eerder diezelfde dag herhaaldelijk te horen gekregen heb dat ik toch maar tussen die vier muren zit en naar buiten moet gaan. Ook weer vanuit goedbedoelende harten aan mij gezegd uiteraard. Maar potverdorie, ook wij chronisch zieken doen ons stinkende best om er iets leuks van te maken met wat er wél is. En dan komt die feedback van de buitenwereld echt keihard binnen. Want die ziet me blijkbaar toch als een soort zielig magerkes ding dat tussen vier muren opgesloten zit. (Hartelijk dank aan alle dierbaren die nog nooit, ik herhaal NOOIT, zoiets tegen mij zegden, of ze het nu dachten of niet. I love you!) Ja, ik weet dat ik het me niet moet aantrekken en ja, ik ken mijn eigen waarde. Maar ik ben geen robot of supersonische coole vrouw. Ik heb namelijk gevoelens en zwakke plekken.
Focus
Als ik me focus op mezelf heb ik er niet zo’n last van. Omdat ik wéét en voel dat ik een rijk leven heb in mijn knusse thuisje (geen vier muren nee) onder mijn zachte plaids vol gezellige dingetjes ook op de hardste dagen. Omdat ik daar voor vecht en heb moeten leren daar trots op te zijn. Mijn leven speelt zich vooral IN mij en niet buiten mij af, ok, maar dat maakt het niet minder waard. En dan is het heel lastig als je voelt dat de buitenwereld dat anders beoordeelt. Niet begrijpt. (Wat ik ook wel weer begrijp hoor.) Nee, dit is niet mijn droomleven, nee, du-uh! Maar ik doe zoals gezegd mijn stinkende best om er iets leuks van te maken. Magerkes of niet. En ook dit leven is een schoneke.
Gooi het eruit!
Tot slot, ik probeer me voor te stellen dat ook ik overal zulke dingen zou rondstrooien. Dat lukt me niet. Want wat heb ik daaraan en wat heeft de ander daaraan, behalve weer wat extra emotionele bagage voor in zijn/haar rugzak? “Amai dat is ook een ferme buik zeg! Oei, uw gezicht is wel heel gerimpeld geworden! Zit gij nu nog altìjd zonder werk thuis???? Zeg uw haar is keidun geworden! Blijf je nu nog altijd bij die kerel???? ” Je leest het: ik ben hier best goed in! Ik begin hier echt wel de lol van in te zien!
Dat laatste meende ik dus niet he lieve mensen.