Ik kon er soms de vinger niet op leggen. Wat ze zeiden was ongetwijfeld positief bedoeld maar waarom voelde het dan niet zo? Waarom voelde het alsof de worsteling waar ik doorheen ging ontkend werd? Was ík zo negatief? Waarom stak het me als mensen opmerkingen maakte als;” Kop op!” Of: “Er is altijd licht aan het eind van de tunnel!” Tot ik ergens een stuk las over toxic positivity oftewel toxische positiviteit. Een vorm van positiviteit die helemaal niet zo steunend is.

Moet je altijd positief zijn?

We leven in een maatschappij waar op dit moment veel waarde gehecht wordt aan positiviteit. Zeker als je je in een situatie bevindt die moeilijk of verdrietig is word je extra geprezen als je hier op positieve wijze mee omgaat. Op social media vliegen de positieve quotes je om de oren. Als je ook maar een nanoseconde die positiviteit laat varen en je negatieve gevoelens uit, is er steevast iemand die roept; positief blijven! Is altijd positief blijven echter wel de goede keuze? Wat als we nou gewoon eens genoegen namen met af en toe wat negativiteit in ons leven? Ik heb het soms nodig om even te rouwen. Afscheid te nemen van dingen die ik niet meer kan. Mezelf de tijd geen om die gevoelens echt te voelen helpt mij meer dan ze wegstoppen en een glimlach opzetten. Ik zeg altijd; “laat me even. Hier kom ik ook heus wel weer doorheen, maar nu moet ik even rouwen dus laat me!”

Wat is toxische positiviteit?

Toxische positiviteit houdt in dat alles altijd maar rozengeur en maneschijn moet zijn. Er is enkel ruimte voor licht, luchtig en blij. Voor ‘negatieve’ emoties is geen ruimte. De overtuiging is dat als je maar positief blijft, je alles aan kunt en je daarmee je eigen geluk bepaalt. Hierdoor kan echter onvoldoende ruimte ontstaan voor negatieve emoties waardoor deze vermeden wat de verwerking ervan in de weg staat. Gek eigenlijk, want alle emoties zijn immers valide, écht en okay. Een positieve houding kan zeker helpen om je staande te houden als er moeilijke dingen op je pad komen. Toxische positiviteit gaat echter compleet voorbij aan je natuurlijke reactie die ook verdriet of rouw kan zijn en kan daarmee juist schadelijk zijn.

Hoopgevende versus toxische positiviteit

Het overzicht hieronder geeft een voorbeeld van hoopgevende versus toxische opmerkingen.

HoopgevendToxisch
-Dit is zwaar. Je hebt het eerder zwaar gehad en ik geloof dat je dit ook aankan.
-Ik weet dat er veel mis kan gaan. Maar wat kan er goed gaan?
-Het is normaal om enige negativiteit te voelen in deze situatie.
-Het is waarschijnlijk heel lastig om positief te blijven op dit moment.
-Soms is het okay om op het geven. Wat is jouw ideale uitkomst?
-Het is nooit fijn om je zo te voelen.
-Is er iets wat wij kunnen doen? Iets waardoor je je vandaag wat beter voelt?
-waarschijnlijk heel moeilijk om iets positiefs te zien in deze situatie. Maar over een tijdje valt het waarschijnlijk beter te begrijpen.
-Je komt er wel overheen.
-Je moet gewoon positief zijn!
-Wees niet zo negatief!
-Je moet alleen aan blije dingen denken.
-Geef nooit op!
-Just be happy!
-In elke situatie valt iets goeds te ontdekken.

Toxisch? Of onhandig?

Ik denk niet dat alle opmerkingen die je als toxisch kan benoemen ook als zodanig bedoeld zijn. Ik ben ervan overtuigd dat mensen je oprecht een hart onder de riem willen steken maar soms simpelweg niet weten wat ze meten zeggen. En het is ook niet makkelijk. Ik spreek regelmatig patiënten of mensen die rouwen die zich niet erkend voelen in hun pijn. Of dit nu lichamelijk of emotioneel is. Niet iedereen is gezegend met de gave van het woord zei iemand ooit tegen me. Niet iedereen kan de juiste woorden vinden om de ander te laten weten dat hij met je meeleeft, wil helpen of steunen. Een vriendinnetje van mij verloor jaren geleden haar vader. Haar buurman, die haar wilde steunen in dit onverwachte verlies pakte haar hand en zei met verdrietig gezicht; “Gefeliciteerd!” Nodeloos te zeggen dat hij zich doodschaamde en gecondoleerd had bedoeld. Maar de intentie was goed dus nam ze er geen aanstoot aan. Dat is precies wat ik ga proberen te doen een volgende keer dat een goedbedoelde opmerking er lomp uitkomt; uitgaan van de goede intentie. En als ik zelf iemand wil steunen maar niet weet wat ik moet zeggen is dát wat ik zeg. Soms schieten woorden immers te kort om recht te doen aan wat de ander meemaakt.