Vandaag ben ik woedend zonder reden, ik slaap slecht, niemand begrijpt hoe ik mij voel. Morgen huil ik zeeën uit een niet bestaande leegte. Het besef slaat toe, morgen word alles anders, ik zal geen ruzie maken, mijn spullen opruimen, ik zal er zijn voor iedereen, ik zal niet meer klagen over pijn. Ik zal doen wat mij gevraagd wordt met een lach op mijn gezicht. Ik beloof mijzelf morgen zal ik beter zijn.
Morgen is aan gebroken huilend breek ik mijn belofte. Ik kon er niets aan doen het was alsof er iets in mij ontplofte. De flashbacks, herinneringen allerlei gedachtes, het vult mij met een chaos van verdriet en pijn. Het is groot, ik voel me klein. Het is sterk daardoor voel ik me zwak. Ik wil erover praten maar, tegelijk ook vergeten. Ik wil het verbergen maar ik wil ook dat mensen het weten. Ik leef van dag tot dag maar zie amper vooruitgang.
Waarom zou ik vragen naar het waarom van al mijn zorgen. Waarom vragen naar het waarom als een antwoord niet bestaat? Waarom vragen naar het waarom van al mijn strijd en pijn? Soms lijkt er geen lichtpunt te zijn, geen dwang om door te leven. Soms voel ik mezelf zo klein en wil ik het opgeven. Wanneer zal het weer komen het gevoel van waardig zijn? Het leven word me zo ontnomen en elke dag de confrontatie aangaan doet me zoveel pijn.
Al die pakken slaag waar was het voor nodig? Jij bent mijn moeder maar voor jou wat ik overbodig. Ik vraag me af of je wel echt van mij houdt. Je bent mijn moeder, alleen had ik het gevoel dat je me nooit heb geaccepteerd. Waarom deed je me dit toch? Al die blauwe plekken, die vertelde de waarheid. Toch weet je het elke keer weer goed te praten en dan weet ik dat het je spijt. Maar elke keer herhaald het zich weer. En elke keer is de pijn zoveel meer. Pijn van binnen en buiten, pijn van binnen omdat ik bij jou mijn gevoelens zou moeten kunnen uiten, over alles zouden kunnen hebben. Maar nee dat was teveel gevraagd.
En elke keer de vraag aan mezelf waarom ben ik geboren? Waarom heb ik nog niet mijn leven verloren? Ook al heb ik mijn ogen dicht nog zie ik de beelden, ook al zal ik doof zijn ik blijf horen wat je allemaal tegen mij zei. Ook al zal ik geen gevoel meer hebben nog voel de pijn de pijn. Ook al zal ik niet meer slapen nog heb ik nachtmerries. Nachtmerries over het heden en vooral over het verleden. Ik zie in mijn gezicht het jouwe, ik loop op de benen die jij mij gaf. Ik voel elke steen, elke scherf met mijn voeten en elke litteken blijft gegrift in mijn hart. Ondanks dat ik uit jou kwam, hoorde ik nooit “Ik hou van jou”!
A broken heart is the worst. It’s like having broken ribs. Nobody can see it but the pain is unbearable every time you breathe.