Stel je eens voor dat je in plaats van 24 uur maar 16 uur in een dag had… Wat zou je dan doen? Zou je dingen prioriteit geven of zou je kijken hoe de dag loopt? Dit zijn vragen waar ik als ‘spoonie’ elke dag over na moet denken. Niet beperkt door tijd maar door lepels en mijn lichaam.
‘Vroeger’ toen ik nog jong en onwetend was (zo’n 3 maanden geleden dus), zou ik er voor kiezen om maar gewoon te kijken hoe de dag loopt. Ik vond het belangrijk om alles te doen wat ik wilde en de consequenties kwamen later wel. Inmiddels heb ik geleerd dat mijn lichaam het op prijs stelt als ik prioriteiten stel. Wat de ene dag niet lukt, komt een andere keer wel. Helaas ben ik ontzettend koppig en moet ik dit daarom soms nog als een soort mantra blijven herhalen. Gelukkig is mijn lichaam niet de enige die mij vaak terugfluit, maar kunnen mijn collega en vriend er ook heel wat van.
Nu ik mij wat meer in de lepeltheorie heb verdiept, heb ik er een paar lessen uit geleerd en die wil ik natuurlijk met jullie delen!
1. Hou van je lichaam
Ik heb mijn lichaam vaak vervloekt. Waarom moet nou juist mijn lichaam een slecht bouwpakket zijn? Waarom mag ik niet sporten terwijl ik als ik niet oppas aanleg heb om met mijn heupen heel Amsterdam in te nemen? Nu zou ik dat kunnen compenseren door op een dieet te gaan.. Weer zo’n dingetje. Waarom wil mijn lichaam alleen lekker eten? Door mijn lichaam van alles kwalijk te nemen verlies ik uit het oog wat mijn lichaam wel kan. Vergeet ik hoe sterk ik eigenlijk ben. Hij werkt nog, gaat ondanks de pijn gewoon door en op een goede dag kan ik nog steeds de wereld aan. Natuurlijk wel met een paar extra lepels achter de hand.
2. Je kunt niet alles doen. Accept it!
Elke ochtend als ik wakker word bepaal ik wat ik die dag wil doen. Een dag heeft 24 uur (joh, echt?), maar meestal kan ik met mijn to do lijst een hele week vullen. Vaak kan ik maar een tiende van het lijstje afstrepen, maar een mens mag altijd hopen op meer, toch? ‘Vroeger’ (nu iets langer dan 3 maanden geleden) kon ik dit absoluut niet accepteren en dacht ik dat ik na 8 uur werken nog van alles kon. Vervolgens ging de wekker de volgende ochtend weer om 6:00 en herhaalde alles zich weer. Inmiddels ben ik hier van terug gekomen en weet ik veel beter waar mijn grenzen liggen. Gelukkig ga ik er nu niet met sneltreinvaart voorbij maar weet ik het te accepteren.
3. Accepteer hulp
I’m only human. Hoe graag ik het ook zou willen, ik kan niet alles alleen. Hulp accepteren houdt niet in dat ik zwak ben, maar dat ik sterk ben en naar mijn lichaam kan luisteren. Weer zo’n mantra dingetje…
4. Maak tijd voor de mensen van wie je houdt
De lepeltheorie zorgt er voor dat je over alles wat je doet moet nadenken. Elke lepel heeft zijn waarde en net als geld kun je het maar een keer uitgeven. Wat is er nou fijner om een lepel uit te geven aan iemand van wie je houdt? Ik ga in ieder geval liever wat leuks doen met mijn vriend, familie of vriendinnen dan dat ik mijn hele huis ga schoonmaken. Helaas is het laatste toch eens in de week nodig, bedankt katten!
5. Doe elke dag iets waar je blij van wordt
Last but not least, de lepeltheorie heeft mij geleerd om elke dag iets te doen waar ik blij van word. Dit kan van alles zijn. Het lezen van een goed boek, knuffelen met mijn vriend, een leuke film kijken of praten met een vriendin.