Lief Lichaam,
Wij hebben een beetje een ‘Haat-Liefde’ verhouding. Deze relatie begon ongeveer in mijn pubertijd. Toen begon ik immers steeds minder dingen van mijzelf mooi te vinden, terwijl ik daar vroeger wel tevreden mee geweest was. Voorbeeld: vanuit de hand gelopen wenkbrauwen, tot te kleine of juist te grote borsten, vetrolletjes, wel of juist geen billen en ga zo maar door.
Ik was bijna altijd al ontevreden over mijn buik. Ik was namelijk nooit een slank meisje, ook al was ik niet te dik of te stevig te noemen (maatje 36/38) en dat maatje is redelijk stabiel gebleven.
Maar, Lief Lichaam, toen ik 14 jaar was, begon jij mij jouw eerste kwalen te tonen. Later stond de eerste kwaal bekend als ‘Posttraumatische Dystrofie’. Dit was het eerste signaal van een slecht ‘Neuro-Systeem’ in mijn lichaam. En op dat moment ging ik mijn lichaam steeds minder waarderen. Ik leefde 2 jaar lang met krukken en rolstoel. Toen voelde dit voor mij reeds aan als falen. Ik kon namelijk tot mijn 16e jaar niet mee doen met mijn leeftijdsgenoten.
Vanaf dat moment is mijn lichaam voor mij nooit niet meer geworden wat het vroeger was. Ik was zo blij met de jaren die ik nog voor mij had. Ik mocht blij zijn dat ik die jaren nog ‘gekregen’ had. Dat dacht ik regelmatig, zonder te weten dat ik weer zo ziek zou worden.
Toen ik 21 jaar was, kwam het volgende probleem: ACNES, in beeld. Weer een neurologische ‘foutmelding’ in mijn lichaam. En ook dit keer was de rolstoel aanwezig. Deze ‘foutmelding’ kwam met nog meer hulpmiddelen: steunen bij het toilet, douchekrukje, ziekenhuisbed in de woonkamer, etc. Zoals ik al eerder vertelde, was ik ontevreden over mijn buik. Nu ACNES aanwezig was, begon ik langzaamaan mijn buik te haten, en gaf ik jou, Mijn Lichaam, overal de schuld van.
Ik kon door jou niet meer participeren in de samenleving…
Omdat ik de hele dag pijn had, kon ik mij alleen nog maar richten op jou. Ik moest van die pijn af, maar zelfs 25 morfineachtige tabletten per dag, mochten niet baten. Langzaamaan dreef ik steeds verder in een depressie, allemaal door die pijn die jij, ‘Mijn Lichaam’, veroorzaakte.
Maar blijkbaar vond jij dit nog niet genoeg. Jij gaf mij ook nog een falende alvleesklier mee, die, tot nu toe, 11 keer ontstoken is geweest.
Op dat moment hield ik helemaal niet meer van jou, want jij gaf mij zoveel problemen, zowel lichamelijk als geestelijk.
Gelukkig was Esli in de buurt. Hij hielp mij om langzaam, stapje voor stapje, weer van jou te gaan houden, zoals hij van jou en mij houdt.
Nu er een klein jongetje in ons groeit, vooral in jou, ‘Mijn Lief Lichaam’, kan ik ineens weer van mijn buik houden, hoeveel pijn jij nu ook extra veroorzaakt.. De liefde voor dat kleine jongetje is zoveel groter dan de haat en de angst voor de pijn..
Samen moeten wij nog zoveel jaren met elkaar verder, maar langzaamaan komen wij er wel..
Liefs,
Jouw Ziel.