Als ik mijn auto geparkeerd heb hoor ik de stem van mijn buurman. Een hoogbejaarde weduwnaar met rollator, zwaait altijd en houdt de sociale controle in de buurt wat hoog. “Hoe ist vrouwke?” vraagt hij in het onvervalst plat Brabants. Om eigenlijk zo snel mogelijk naar binnen te willen bedenk ik mijzelf dat positief antwoorden de beste optie is om het gesprek snel te laten beëindigen. Ik ben namelijk moe, moe van mijn werkdag, het uur reistijd en ik wil gewoon naar bed, rusten.
“Goed” roep ik op gepaste afstand, steek mijn duim omhoog en draai mezelf al richting de voordeur. “Gij ed toch een fantastisch leventje hè?” antwoordt hij terug. Verbaast draai ik mij terug…ja vervolgt hij, “lekker niet te vroeg weg naar ’t werk en ’s middags al lekker thuis, zo was dat vroeger niet hoor!”
Ik moet moeite doen niets te zeggen en laat hem maar in die waan dat het een fantastisch leven is. Natuurlijk is het fantastisch dat mijn werkgever open staat voor aangepaste tijden, ik heb ’s ochtends de tijd voor mijn wondverzorging en door mijn gedeeltelijke afkeuring ben ik maar in staat 5 uur per te werken, deze verdeel ik vanaf 9h. Soms wilde ik dat ik in het gips zat of dat het op een of andere manier zichtbaar was. Reacties van mensen kwetsen soms meer dan sommige uitslagen in het ziekenhuis. “Je ziet er toch goed uit?”, “je was verleden week toch uit eten? Gaat goed zeker?” Wat men niet ziet zijn de uren die ik op bed lig, de 38 pillen die er per dag geslikt worden, het abonnement op de polikliniek, de wonden die niet genezen.
Schuldgevoelens
Vaak om niet al zeur over te komen zet ik mijn masker op, markeer ik mijn zorgen met make-up of mijn mooiste kleding en glimlach zoveel ik kan. In de filmwereld had ik zeker al een Oscar gehad door zoveel acteertalent. Acteertalent om maar niet de opmerkingen van de buitenwereld toe te laten zodat een schuldgevoel aan mij gaat knagen. Schuldgevoel omdat ik ziek ben, belachelijk eigenlijk maar wel gecreëerd doordat de maatschappij de lat zo hoog legt en soms ervan uitgaat dat ik privileges heb door halve dagen te werken. Een ziekte is 24 uur werken, dag en nacht, met als beloning misschien eens een avondje uit of een sociale afspraak.
Mijn hoogbejaarde buurman die zeurt over zijn stramme gewrichten zou eigenlijk moeten beseffen dat gezondheid niet vanzelfsprekend is. Dat er ook “onzichtbare” ziektes zijn waarbij de impact op het dagelijks leven groot is…dit komt meer in jouw omgeving dan je misschien denkt, vaak loyaal aan hun werkomgeving omdat hun doorzettingsvermogen een bijna onuitputtelijke bron is en een afleiding van de “topsport” die men moet leveren door hun beperkte energie. Ik werkt vooral omdat ik het leuk vind, om collega’s te hebben, om ergens verwacht te worden. Onzichtbaar…het woord zegt genoeg. Men heeft geen idee wat er achter schuil gaat en hoeveel moeite en inzet het vergt om er überhaupt te komen en dan ook een allerbeste prestatie te leveren. Want goed is niet goed genoeg, omdat je denkt dat je anders helemaal niet meer “meetelt”! Je inzet en motivatie is groot en de lat ligt hoog
Een betere en gemotiveerdere werknemer kun je niet hebben, ook al is zij of hij niet altijd aanwezig…onzichtbaar… men moest eens weten…
Ik draai mijzelf om en wens hem een fijne dag. Prijs hem vanwege zijn fantastische leven omdat hij er niet mee bekend is, het schuldgevoel van ziek zijn…gelukkig mens.