Eens in de zoveel tijd ruimen we alles op. Wat doe jij dan met de spullen die voor jou overbodig zijn geworden? Zet je ze op marktplaats met als gevolg dat je vaak uren zit te wachten op een koper die ‘vergeten’ was dat hij of zij een afspraak met jou had? Of breng je het naar de kringloopwinkel. Oude rommel, waar misschien niemand meer op zit te wachten?
Opruimen die meuk!
Ik las een inspirerende zin in een tijdschrift. Hij was afkomstig van een vrouw die haar huis in een fotoreportage liet zien. Zo’n op-orde, leuk ingericht, verbouwd oud huis in de grote stad. Die vrouw zei iets als: “Ik ga vaak door de laden en kasten, en gooi dan alles weg wat we niet meer willen, of ik breng het naar de kringloop. Zo een vrouw ben ik eigenlijk ook. Ik hou niet van rommel, mijn zolder is op de kerstballen na helemaal leeg. Alleen “of ik breng het naar de kringloop” is het mij bij weer niet…
Naar de kringloop
Na het overlijden van mijn moeder kwamen er honderden boeken mijn richting op vanuit haar huis. Boeken zou je zeggen, daar zitten ze bij elke kringloop om te springen. Maar met boeken is het als ooit met boter; er is een gigantische berg van en niemand zit erop te wachten. “We willen alleen non-fictie,” zei de eigenaar van een antiquariaat waar ik een paar dozen boeken kwam aanbieden. “Je mag ze hier wel achterlaten. Dan gooien wij ze voor je weg.”
Kleding die niet meer past
Mijn laatste poging was met kleding: prima jurken en broeken die ik niet meer paste. Ik belde de tweedehandszaak in de buurt, waar ze kleding doorverkopen voor particulieren. “Kijk eerst maar op de website” zei de eigenares door de telefoon. Daar stonden de eisen: minstens tien stuks brengen, anders begonnen ze er niet aan. Accessoires zoals schoenen of tassen telden niet mee. De kleding moest winters zijn, geen zomerjurken. En niet ouder dan twee jaar, of juist zo oud dat het weer bijzonder werd.
Je mocht de kleding zelf strijken in de winkel met een stoommachine. En dan, als je een halve dag in dat zaakje had staan stomen, kreeg je veertig procent van de opbrengst. Wat zij niet verkocht, doneerde ze voor je aan de Voedselbank.
Rommel is misschien ook echt rommel?
Dat is steeds hoe dit liedje eindigt: wij doneren het voor je, wij gooien het weg voor je. Misschien proberen al deze tweedehandshandelaars mij iets duidelijk te maken;
Jouw rommel is ook echt rommel, meid.