Juli is traditioneel vergeven van radio, televisie en kranten vol heroïsche verhalen over de jaarlijkse wielergekte die Frankrijk enkele weken bezet. Traditioneel is België “wielerminnend” zoals ze dat zo mooi zeggen. Dus dit jaar moet ook JustLiveBlog eraan geloven!
Hoor ik de zoveelste keer weer een verslag over een heftige valpartij of een dramatische opgave van een renner, kan ik het niet helpen om soms medelijden te hebben met die jongens in hun gekke pakjes. Maar dan is ook de vergelijking met chronisch ziek zijn nooit ver weg.
Plannen, plannen, plannen
Een heel jaar hebben ze ernaar toe gewerkt: het zijn de hoogdagen van de wielersport. Alles hebben ze gegeven om daar te staan. Strikte schema’s qua dieet, training en rust. Strategisch deelnemen aan voorjaarskoersen of net niet. Kortom, net zoals je ziek bent: je hebt een hele to do- list om je gezondheid te managen. Daarin ook geen gebrek voedingsvoorschriften, medicatie, rust, toegelaten sport, vrije tijd,… Plannen voor rustige periodes en heel zieke periodes. Planning is alles… Nietwaar, beste coureurs?
Overwinning
Net als echte topsporters worden we (als het goed is) begeleid door een team van artsen, coach, kine,… Je werkt in een team (je kent intussen immers zoveel andere zwaar zieken) maar doet het toch vooral alleen. De overwinning proeft dan ook extra zoet als je bloedwaarden verbeterd zijn, je een bepaalde medicatie mag stopzetten, niet meer aan de lypfedrainage hoeft omdat je lijf het terug oppikt,… Je kent net als de wielrenner je strijd, je opofferingen, je dips….
Bloed
Zei ik daar bloedwaarden? Jep, het wielrenner in zijn geheel heeft niet zo’n propere naam qua doping. Haha, laat me niet lachen: wij chronisch zieken, wij zijn pas de échte kenners van doping! Pillen, korrels, poeders, spuiten, infuus, sondes in alle vormen, katheder… Noem het op: wij deden het. Helaas: het leverde ons nog geen gele trui op.
Scherp
Heb je die mannen op hun fiets trouwens al eens gezien? De verslaggever zegt het altijd heel subtiel: hij staat wel erg scherp dit jaar. Oftewel: geen spatje vet of gewicht teveel op mee te sleuren aan 55 kilometer per uur. Nu spreek ik voor mezelf: maar van dat scherp staan? Check! Al betwijfel ik ten zeerste dat het logische gevolg daarvan is dat ik daar in Frankrijk aan 55kilometer per uur door de bochten ga scheuren… Laat staan dat ik dat überhaupt zou willen. Nochtans: gewoon om te ervaren hoe een gezond, sterk lichaam werkt? Misschien wel. Misschien.
Rust
Waar ik de wielrenner benijd is de “rustdag” die ze krijgen. Mmmm… Zou dat niet dringend een optie moeten worden als zieke? “Rustdag” als in: een dagje vrij? Waar is de vakbond als je hem nodig hebt? Geef toe: wat een onrecht eigenlijk als je dat bedenkt. Trouwens, zo’n dagelijkse beenmassage zie ik ook wel zitten mensen. Nu we toch bezig zijn. (“Rustdagen” als in opstaan om de hele dag te gaan liggen, die kennen we maar al te goed daarentegen…)
We blijven doorgaan…
En toch… Vergis je niet: ook wielrenners gaan diep, heel diep. En staan de volgende dag weer aan de start voor een volgende marteltocht. Respect! Rare jongens toch: die doen dat dus omdat ze dat leuk vinden. Leuk? Ze lachen wel anders als hun ruggenwervel gebroken is, arm geschaafd, schouder uit de kom hangt… Maar ook dan gedragen ze zich als een echt chronische zieke: ze proberen wankelend terug op die fiets te stappen en weer te vertrekken. Opgeven is geen optie. Soms lukt dat vertrekken en rijden ze met een of ander gebroken onderdeel tot aan te finisch. Om toch te moeten capituleren nadien. Soms lukt het dadelijk gewoon niet meer… Tranen in de ogen want ze weten het en willen er nog niet aan, aan die realiteit. Een heel jaar inzet en opoffering en dan zo eindigen: pijnlijk is vele opzichten.
En zo is het maar net: Als zieke moet je soms bikkelharde dingen door. Moet je loslaten wat je niet langer kan vasthouden. Moet je je weer aanpassen aan de omstandigheden. Hoort erbij. Wielrenner en chronisch zieke elk voor zich.
Fashionable?
Dan zijn er nog die truien! Daar moet ik het natuurlijk ook nog over hebben… Eigenlijk geef ik daar niet om, om die gele trui. Iedereen weet immers dat blondjes niet staan met knalgeel. Doe mij maar die bollekestrui. Dat printje vind ik nog wel vrolijk staan. Nu alleen dat rare blinkstofje nog… (Over het broekje gaan we het helemaal niet hebben, ok?) Maar qua symbool is dat geen slecht idee toch? Zo van: goed gewerkt Kristien. Hier ligt de definitieve eindmeet na drie weken. Drie weken en die krijgen dat definitieve gele shirt dus al he. Drie weken. Drie. Hoeveel van die lelijke truien zouden hier dan intussen niet in de kast moeten liggen jongens? En meisjes. (Na elke rit zijn er trouwens al truien uit te delen onder de “besten”. Du-uh. Watjes zijn het!)
Dan is het idee van een tussensprint misschien nog wel het mooist voor ons. De eindmeet kunnen we niet zien, maar we zijn net als een echte coureur gehard en gaan door tot het eind. Af en toe een beloninkje onderweg? Wel ja, dat mag wel voor mij! Al weet ik eigenlijk best dat die beloningen er al volop zijn, voor wie goed kijkt…
Anderzijds, beste wielrennerskaravaan, chronisch ziek zijn is geen competitie. Nee: er is in die scene net heel veel samenhorigheid, tolerantie en een hoge gunfactor naar de ander toe. Daar kan geen enkel hip truitje tegenop! Zeg dat ik het gezegd heb…
Gevat, en met de knipoog. Mooi artikel!