Ik ben nu 4 weken aan het werk in Tsjechië en begin eindelijk de Tsjechen beter te begrijpen. Niet alleen omdat zij zelf uit hun schulp kruipen, maar omdat ik óók stappen zet. Geen stappen om perfect in deze cultuur te passen en me dus net zo te gedragen als zij, maar juist stappen om mezelf te blijven.

Wie ben ik? Ik ben een enthousiast en positief ingesteld persoon. Muziek is mijn passie en met zingen verdien ik mijn geld. Mijn werk brengt me naar verschillende plekken op aarde. Hoewel mijn leven zeker niet over rozen gaat heb ik het gevoel dat positiviteit nooit van het menu afgehaald mag worden. Vind ik het spannend om me hier in een nieuwe cultuur te begeven? Ja natuurlijk! Tsjechië ligt niet meteen voor de hand. Dat heb ik wel gemerkt toen ik mijn vrienden erover vertelde. “Tsjechië? Wow, vet. En ver.” Ver? Helaas denken velen nog steeds at het aan de rand van Europa ligt in plaats van in het midden.

“Het is tóch nog Oost en West Europa,” zegt mijn Tsjechische vriendin Hana terwijl we groentes klaarmaken voor het avondeten in het zomerhuisje van haar ouders. Ik vraag haar wat ze er mee bedoelt. “Ik vind het erg leuk dat je hier elk jaar komt en dat het zó goed voelt in mijn land dat je er zelfs wilde gaan werken. Maar ergens denk ik ook wel eens: is ze niet gek? Dit is een arm land. Zeker in vergelijking met Nederland. Waarom zou je hierheen willen? Kijk maar naar de stroom vluchtelingen de afgelopen jaren. Niemand wil hier blijven. Iedereen wil naar het westen.”

Ja iedereen wil naar het westen. Dat merk ik ook. Natuurlijk vragen mijn collega’s hoe ik hier terecht ben gekomen, en waarom? Net als Hana zijn ze verbaasd over mijn aanwezigheid hier. Toen mijn baas, Tomás, mij destijds schreef dat hij me graag in de cast wilde, ging hij er al meteen vanuit dat ik het waarschijnlijk niet wilde vanwege de financiële compensatie, waar hij zich meer dan één keer voor excuseerde. In de email waarin hij mij de hemel in prijst eindigt hij met: “Ik snap dat je dit niet kan aannemen, hopelijk werken we in de toekomst nog eens samen.”

Verbazing

Van een euforisch gevoel aan het begin van de email viel ik in totale verbazing naar het einde toe. Hij wil me dus wel, maar beslist al voor mij dat ik het niet wil? En dat is uit schaamte omdat er niet veel geld beschikbaar is? Het was het meest opmerkelijk professionele bericht dat ik ooit heb gekregen. Is het niet mijn keuze voor hoeveel geld ik werk? Destijds ben ik halsoverkop naar Tsjechie gegaan om te auditeren voor een plek, omdat ik het écht wilde. “Ik snap hem heel goed,” zei Hana toen ik haar de email liet lezen. “Zoals ik al zei: welke westerling wil hier nou werken?”

Ik schreef diezelfde avond nog terug naar Tomás om er zeker van te zijn dat hij niet de volgende ochtend iemand anders zou aannemen. Ik had het gevoel dat ik hem moest overtuigen van mijn oprechte toewijding. Dat geld natuurlijk belangrijk is, maar de ervaring óók. Daarbij wist ik zeker dat een tijd in Tsjechië mij goed zou doen. Goed voor mijn eigen persoon, mijn ziel, mijn hart.

Ik bleef mijn zinnen corrigeren tot middernacht. “Dit moet hem zijn,” dacht ik uiteindelijk. Open en eerlijk maar met een duidelijk doel: Wél met hem werken in Tsjechië. Daarbij bleek uit zijn email dat ik hetzelfde zou verdienen als de Tsjechen, dus waarom zou ik daar niet akkoord mee gaan? “In Tsjechië bestaat nog steeds een ‘buitenlanders tarief’. Zij krijgen doorgaans meer geld,” vertelde mijn Tsjechische vriend André me later tijdens een borrel in Utrecht. “Maar op die manier blijft het idee van Oost en West Europa bestaan,” zei ik tegen hem. Hij was het met me eens. “Probeer het maar eens te veranderen.”

Sinds die tijd denk ik: Waarom wil west niet oostwaarts? Zijn we zo geobsedeerd door geld dan we kansen laten liggen?

Are you okay?

De eerste paar dagen in Tsjechië werkte ik vooral met andere mensen dan Tomás. Wel hoorde ik dat hij via via naar mij vroeg. Of het wel goed met mij ging, of dat ik dacht: Waar ben ik nu beland? Ik moest er een beetje om lachen, want alles was prima. Na het werk zat ik vaak met mijn vriendin Hana aan de Vltava zwanen te tellen. Niet zo’n slecht leven als je het mij vraagt.

Na een week trof ik eindelijk Tomás in het theater en ik denk dat hij toen pas écht geloofde dat ik daadwerkelijk aanwezig was. Een paar dagen later vroeg hij me of ik me wel goed voelde met de dingen die ik deed. Deze vraag kwam daarna zeker nog vijf keer langs. Altijd op een, naar mijn smaak, behoorlijk onderdanige manier. “Ze zijn gewoon heel erg bang dat je teleurgesteld zal zijn in hun manier van werken,” zei Hana toen ik het haar vertelde. “Zo zijn we voorgeprogrammeerd. Hier is alles minder dan waar jij vandaan komt. Minder goed, minder mooi, minder duur.”

“Maar…I don’t care! Ik vind het heerlijk hier! Ik zou zo langer blijven! Dat meen ik oprecht!” geef ik als tegenargument. “Dat weet ik,” zegt Hana. “Daar komen ze nog wel achter.”

Bij een volgende repetitie zei Tomás: “Are you okay? I am so so sorry that you have to wait so long. Are you okay sitting here?” Ik keek hem aan en zuchtte zachtjes. (Stel je dit even voor. Deze man is een uniek talent. Ambitieus en toegewijd. En hij blijft zich maar zorgen maken over mijn welbevinden…wat een schat!) Ik zei: “Yes Tomás, I am very good. You don’t have to apologize. I am here because I wánt to be here. This is my choice and I am happy sitting here at your side watching my colleagues rehearse on the stage. I love the life we have.” Dit kwam uit de grond van mijn hart.

Vanaf dat moment veranderde er iets in onze samenwerking. Tomás excuseerde zich niet meer maar begon me dingen toe te vertrouwen. Ik voelde me niet meer zo bekeken en begon meer en meer mijn draai vinden. Je begeven in een andere cultuur is niet altijd makkelijk, maar ik denk wel dat oprechtheid van ware gevoelens overal herkend wordt.

Pilzň, Česká Republika, 20-05-2018