Het begon weken geleden: mijn rugpijn nam steeds meer toe. De fysiotherapeut en de huisarts wisten niet wat ze er mee aan moesten. Langzamerhand kon ik steeds minder, kreeg ik steeds meer pijn medicatie voorgeschreven tót ik op een dag niet meer kon lopen, zitten en staan van de pijn. Wat was er aan de hand? En hoe zou een TENS me hierbij kunnen helpen?
Wat veroorzaakt deze pijn?
Omdat de huisarts en de fysiotherapeut geen flauw idee hadden stelde de eerste voor de revalidatiearts om een extra consult te vragen. Ook stelde ze voor om dit ‘euvel’ eens in de patiëntengroep te gooien. Misschien dat daar nog een goede hypothese uit zou komen. En die kwam er, kwamen er. De meest waarschijnlijke leek een rotatie-luxatie van één van de onderste rugwervels. Ik had er nog nooit van gehoord maar snel even googelen wees uit dat een rotatie-luxatie kort samengevat een draaiing van je wervel is in combinatie met een kleine verschuiving. Doordat er vaak een zenuw klem komt te zitten levert dit enorm veel pijn op. ook kan er sprake zijn van krachtverlies en uitval. De fysiotherapeut trachtte de wervel voorzichtig terug te manipuleren. tot mijn en zijn grote schrik viel daardoor de rechterkant van mijn gezicht uit. Dat deel was gewoon weg, foetsie. tijd dus om bij de revalidatiearts aan de bel te trekken. die verwees me op zijn beurt door naar de pijnpoli om te bespreken of een TENS een optie zou zijn.
Wat is een TENS?
TENS is een afkorting van Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. Het is een apparaatje waaraan elektroden verbonden zijn. Door minder van zwakke elektrische stroompjes verminderd het de pijn. Het neemt dus niet de oorzaak van de pijn weg maar vermindert deze.
Dat kan op een aantal manieren:
- Het verstoort de zenuwgeleiding die maakt dat u pijn voelt;
- Het stimuleert de afgifte van pijnstillende stoffen door het lichaam;
- Het heeft een spierontspannende werking.
Het maakt sluit als het ware het deurtje, de poort, een beetje naar de hersenen. Er is nog wel pijn maar de hersenen registreren het minder goed. Bij chronisch pijn patiënten staat deze poort wijd open waardoor alle signalen optimaal binnenkomen. Je wordt als het ware extra gevoelig voor alle pijn signalen. De TENS helpt deze poort wat te sluiten.
De poort-theorie
Op de pijnpoli werd mij de poorttheorie nog eens uitgelegd. Ik had er al wel eens van gehoord maar ik kan niet zeggen dat het echt is blijven hangen. Ze vertelde me het volgende;
De poorttheorie is een begrip dat ontstaan is in de jaren ’60 van de vorige eeuw. Om de poorttheorie te snappen, is het belangrijk dat het basismechanisme van pijn duidelijk is. Als een pijnlijke prikkel binnenkomt, gaat het eerst via zenuwen naar het ruggenmerg. Het ruggenmerg stuurt dan de prikkel door naar het brein. Als de prikkel het brein bereikt heeft, dan pas wordt pijn gevoeld.
Onderzoekers kwamen erachter dat andere binnenkomende prikkels deze pijnprikkels kunnen wijzigen. Dit is te vergelijken met een poort die open en dicht gaat. Als de poort van een onschadelijke prikkel open gaat, dan gaat de poort van de pijnlijke prikkel dicht, zodat deze niet meer naar de hersenen gaat en de pijn niet gevoeld wordt. Daarom heet dit ook wel de poorttheorie.
Chronische pijn en je brein
Het gevoeliger worden voor pijnprikkels heet sensitisatie. Sensitisatie speelt bij acute en chronische pijn een rol. Bij acute pijn wordt het weefsel in het gebied van de beschadiging gevoeliger voor pijn. Doel daarvan is dat we voorzichtiger doen. De knie die je net hebt gestoken ga je ontzien. Zo voorkom je verdere beschadiging (bijvoorbeeld door ontsteking) en geef je de knie de kans te herstellen. Ook bij chronische pijn is sprake van sensitisatie: mensen met chronische pijn zijn erg gevoelig voor prikkels en ervaren prikkels – ook ‘onschuldige prikkels’, bijvoorbeeld een normale beweging – al snel als pijn. Dit heet centrale sensitisatie.
Centrale sensitisatie kan ontstaan door veel verschillende factoren, die bovendien van persoon tot persoon kunnen verschillen. Voorbeelden zijn gebrek aan beweging (‘bewegingsangst’), grote somberheid (piekeren, zich veel zorgen maken, depressieve gevoelens) en niet-kloppende gedachten over pijn (bijvoorbeeld: pijn betekent altijd dat sprake is van een lichamelijke beschadiging).
Het verschil tussen acute en chronische pijn
Om het verschil uit te leggen tussen acute en chronische pijn, en tussen perifere en centrale sensitisatie, wordt vaak de vergelijking gemaakt met een inbraakalarm. Als zo’n alarm afgaat is de eerste, logische gedachte: er is een inbreker. Dat kan natuurlijk zo zijn en in het beste geval wordt de politie gealarmeerd en kan de inbreker worden gepakt. Het gebeurt echter ook wel dat het alarm afgaat zonder dat er inbrekers zijn, bijvoorbeeld omdat het alarm te scherp staat afgesteld. Bij acute pijn is er sprake van een goed werkend inbraakalarm: het alarm gaat op het goede moment af en doet wat het moet doen. Bij chronische pijn staat het alarm te scherp afgesteld: het gaat al af als er een onschuldige kat (egel, haas…) door de tuin scharrelt.
Het blijkt dat de hersenen zelf bepaalde stoffen kunnen aanmaken die pijn remmen. Er bestaan verschillende van dit soort stoffen, onder andere endorfinen. Deze lijken op pijnstillers zoals morfine. Wanneer deze stoffen worden aangemaakt wordt de pijn minder. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een langdurige inspanning zoals een marathon lopen. Bepaalde pijnbehandelingen zoals TENS, maken hier gebruik van door de aanmaak van deze stoffen te stimuleren.
TENS op proef
Ik mocht mijn TENS zes weken op proef gebruiken om te kijken of het afdoende effect zou hebben. Gedurende zes weken moest ik drie keer per dag, 2 uur per keer, mijn TENS aanzetten op de plek die op dat moment het meest pijn deed. Na een paar weken begon ik verschil te merken hoewel ik het moeilijk vond om dit te beschrijven aan de verpleegkundige die belde ter controle. Het was niet zozeer wat er was, maar wat er niet was. Ik had geen enorme crashes meer gehad die ervoor zorgden dat ik door de pijn alleen maar kon liggen. Ik had nog wel pijn maar het werd steeds beheersbaarder. Natuurlijk viel de proefperiode bij mij precies in de zomervakantie en gelukkig mocht ik hem meenemen op vakantie. Ik kan eerlijk zeggen dat ik dankzij de TENS de autorit overleeft heb. Zitten is niet mijn beste kwaliteit, lang in de auto zetten al helemaal niet. Maar dankzij de TENS heb ik het gered. Na zes weken belde de pijnarts om de zes weken met mij te evalueren. Als we beiden positief waren mocht ik hem houden.
En dat waren we; ik mocht hem houden. Tot nu toe helpt het me enorm mits ik, zoals de arts zei, de poort gesloten hou. Of niet te ver open laat gaan. Ik heb minder pijnmedicatie nodig en crash niet zo vaak als ik eerder deed. Wat mij betreft een absolute aanrader.